Onderzoek leidt de weg — hoe beïnvloedt lichtvervuiling dieren en mensen?
Het is complex om te meten welk effect licht heeft op mens en dier. Om in de toekomst de juiste verlichting te kiezen, is meer kennis nodig — en normen die besluitvormers kunnen gebruiken. Het onderzoeksinstituut RISE werkt aan het ontwikkelen van meetmethoden om de verlichte omgeving te karakteriseren en zo de basis te leggen voor toekomstige normen. Hiertoe behoort ook het evalueren van de acceptatie voor nieuwe verlichtingsoplossingen die zijn ontwikkeld in de hoop op een verminderde ecologische impact.
Lichtvervuiling treft mensen en dieren, maar het is lastig om te weten wat het juiste licht is voor elke plek - en in welk licht mensen en dieren het beste gedijen. Om in de toekomst gefundeerde beslissingen te kunnen nemen is meer kennis nodig.
Maria Nilsson Tengelin is natuurkundige en onderzoeker in fotometrie en radiometrie bij RISE - Research Institutes of Sweden. Ze werkt onder andere met lichtmetingen en lichtgerelateerde onderzoeksprojecten die de basis vormen voor normen en richtlijnen rond buitenverlichting.
“Met meer kennis kun je evenwichtigere beslissingen nemen. Er zijn geen oplossingen die voor alle situaties gelden, maar op basis van de bestaande voorwaarden, kun je een succesvolle aanpak vinden”, zegt Maria Nilsson Tengelin.
Maria Nilsson Tengelin, natuurkundige en onderzoeker bij RISE.
Zorgvuldige onderzoeken
In het project "Energie-efficiënte buitenverlichting met verminderde lichtvervuiling" werkte Maria Nilsson Tengelin samen met Annika Jägerbrand van de Universiteit van Gävle en Alp Durmus van Penn State University, VS. Binnen het project werd een testbed gebouwd op een wandel- en fietspad in een natuurgebied aan de rand van Borås in het zuiden van Zweden. Gedurende een week werden de bestaande armaturen uitgeschakeld en zijn tijdelijke masten met armaturen van Fagerhult opgezet. De armaturen hadden verschillende gecorreleerde kleurtemperaturen: neutraal wit (3000 K), warm wit (2200 K) en oranje (1800 K).
Elk armatuur was uitgerust met twee verschillende soorten optiek, een die zowel een brede lichtspreiding gaf en één afgeschermde, met meer licht op de weg en bijna niets naar de zijkanten. Op die manier was het mogelijk om verschillende kleurtemperaturen en smalle en brede lichtspreiding in verschillende combinaties te onderzoeken. De installatie werd beoordeeld met traditionele grondgebaseerde lichtmetingen en met een nieuw ontwikkelde methode waarbij een drone werd gebruikt om te meten hoe het licht zich verspreidde naar de lucht en verder de omgeving in. In het onderzoek liepen zesenvijftig mensen langs de weg en vulden een enquête in over hun ervaring met de lichtomgeving voor de verschillende instellingen van de verlichting.
De foto komt uit Simrishamn, waar Fagerhult-verlichting de stad verlicht.
“De deelnemers moesten onder andere aangeven aan welke verlichting ze de voorkeur gaven, en of ze bereid waren om eigen opofferingen te maken als het milieu daar baat bij heeft. Het doel van het project was om uit te zoeken hoe we de hoeveelheid lichtvervuiling betrouwbaar kunnen meten en hoe we de negatieve effecten van buitenverlichting kunnen verminderen, terwijl de lichtomgeving goed genoeg is voor mensen”, zegt Maria Nilsson Tengelin.
De absolute meerderheid van de deelnemers gaf de voorkeur aan het witte licht (2200 K en 3000 K) en slechts een zeer klein deel gaf aan de voorkeur te geven aan het oranje licht. Op de vraag of men andere verlichting om milieu-/energieredenen zou kunnen accepteren, nam het aandeel mensen dat zich oranje verlichting kon voorstellen toe.
“Het veldexperiment liet zien dat 1800 K een slechtere zichtbaarheid en gevoel van veiligheid en zekerheid geeft. Over het algemeen vonden vrouwen dat het milieu minder veilig aanvoelde. Maar de acceptatie van oranje licht neemt toe met het besef dat het meer rekening houdt met de ecologische impact.
“Het veldexperiment liet zien dat 1800 K een slechtere zichtbaarheid en gevoel van veiligheid en zekerheid geeft. Over het algemeen vonden vrouwen dat het milieu minder veilig aanvoelde. Maar de acceptatie van oranje licht neemt toe met het besef dat het meer rekening houdt met de ecologische impact. Maria Nilsson Tengelin, RISE
Een nieuwe meetmethode
Het volgende samenwerkingsproject gaat over de verdere ontwikkeling van de methodologie voor de metingen. Het doel is om een nieuwe methode te ontwikkelen voor het beoordelen en meten van onnodig licht in stedelijke beschermde natuuromgevingen en waterlopen.
“We kijken naar welke punten, met welke parameters en hoeveel metingen je moet doen om de milieu-impact van licht op een nauwkeurig en betrouwbare manier te kunnen beoordelen.
Het project gaat ook over het definiëren van wat er in een norm moet worden opgenomen. Op dit moment wordt licht gemeten met een focus op hoe het zijn functie vervult voor mensen – op de weg en hoe het wordt weerspiegeld in de gezichten van tegemoetkomende personen – en zodat het niet verblindend of storend is voor de mensen in de omgeving. De hoeveelheid onnodig licht wordt echter niet gemeten in de geometrie en niveaus die van belang kunnen zijn voor dieren en planten. De basisprincipes van de huidige normen zijn gebaseerd op de grenswaarden voor de menselijke ervaring, terwijl de nieuwe drempelwaarden rekening moeten houden met dieren en de natuur.
“Veel mensen zijn van zeer goede wil, maar we hebben nog niet genoeg documentatie om te praten over hoe ze moeten meten, of wat ze überhaupt zouden moeten meten. Elk jaar worden veel ecologische studies uitgevoerd, maar deze zijn vaak niet zo opgezet dat de resultaten kunnen worden gebruikt om de verlichting te plannen. Met nieuwe richtlijnen en een uitgewerkte norm zouden we betere omstandigheden krijgen en hopelijk een groot verschil maken”, concludeert Maria Nilsson Tengelin.
Dit is deel twee van drie in onze serie artikelen over bio-inclusieve verlichting. De volgende keer ontmoeten we Henrik Sandqvist, productmanager voor buitenverlichting bij Fagerhult, die zal vertellen hoe we onze verlichtingsoplossingen aanpassen aan de behoeften van zowel mensen als dieren. U vindt het vorige artikel hier.
Annika Jägerbrand (Universiteit van Gävle), Maria Nilsson Tengelin (RISE) and Henrik Sandqvist (Fagerhult).
TEKST LINDA KARLSSON
FOTO PATRIK SVEDBERG, DANIEL MAJAK
Onze visie op Bioinclusive Lighting
Met Bioinclusive Lighting denken we ook aan het milieu en hoe we de impact van verlichting op dat milieu kunnen minimaliseren. De kern van verantwoorde verlichting is het juiste licht, op de juiste plaats, op het juiste moment.
Meer lezen