Drivers voor LEDs
Voor de meeste LED-modules zijn speciaal aangepaste drivers nodig die netspanning (230V) omzetten in geschikte gelijkstroom of gelijkspanning. De driver heeft ook ingebouwde veiligheidsfuncties die de stroom uitschakelen als er een storing optreedt.
Twee verschillende bedrijfsmodi
Er zijn twee verschillende bedrijfsmodi: constante stroom of constante spanning. De meeste armaturen werken met constante stroom. Stuurprogramma's met constante spanning worden meestal gebruikt voor bijvoorbeeld ledstrips of ledtape, meestal 24 V DC. Bij werking met constante stroom kunnen meerdere LED-producten parallel worden aangesloten op een gemeenschappelijke driver, op voorwaarde dat deze de aangesloten belasting aankan. De spanningsval in lange kabels wordt op dezelfde manier berekend als voor traditionele installaties met extra-lage spanning.
Ongeacht het type bediening moet de driver correct worden afgestemd op het type LED-armatuur of -armaturen die moet worden gevoed. Een driver die meer belasting aankan dan nodig, resulteert in een lagere efficiëntie, wat de energie-efficiëntie (lm/W) van het armatuur beïnvloedt. Een verkeerde keuze bij het vervangen van de driver kan de LED-module beschadigen, een risico op letsel vormen en de efficiëntie van de armatuur verminderen.
SELV / Non-SELV
De totale uitgangsspanning van het LED-circuit en het armatuurontwerp bepalen of de driver SELV* of Non-SELV is. In armaturen met een Non-SELV driver kan het aanraken van de LED-modules letsel veroorzaken. Daarom wordt er een afdekking over de LED-modules geplaatst die met gereedschap kan worden geopend. In armaturen met SELV beschouwt men het spanningsniveau als veilig om aan te raken en is er geen afdekking voor de modules nodig.
*SELV = Safety/Separated Extra Low Voltage: spanningssysteem met aanraakbare elektrische onderdelen met max. 60V DC. Informatie op de driver en in het gegevensblad geeft aan of de driver SELV is.
Dimtechnologie
De drivers hebben twee ingebouwde dimtechnologieën: amplitudemodulatie (AM) of pulsbreedtemodulatie (PWM). Amplitudemodulatie betekent dat de stroom naar de LED-module wordt verminderd tijdens het dimmen. Dit is de meest gebruikte methode. Bij pulsbreedtemodulatie (PWM) wordt de elektriciteit constant gehouden, terwijl deze bij dimmen wordt gepulseerd. De belasting wordt, indien van toepassing, in- of uitgeschakeld met een hoge frequentie die wordt waargenomen als een verandering in het lichtniveau. De aanbeveling is een zo hoog mogelijke frequentie: minimaal 300Hz en bij voorkeur boven de 500Hz.
Fagerhult gebruikt voornamelijk dimbare drivers met amplitudemodulatie. Uitzonderingen zijn producten met constante spanning en RGBW-producten.